CLUBHISTORIE1931-1939 1940-1949 1950-1959 1960-1969 1970-1979 1980-1989 1990-1999 2000-2009 2010-2019 2020-2022 SVK/B’dorp: 1972-1986 Selecteer uit de boven genoemde periodes. |
De periode 1931-1939.1931:Opgericht v.v. LIJNDEN 01-07-1931. Koninklijk Goedgekeurd 18-07-1947, vermeld in de Staatscourant onder no. 245. Feitelijk heeft v.v. Lijnden zijn ontstaan te danken aan een vrouw. Want zou Bram Krijgsman's verloofde op haar wekelijkse tocht naar Heemstede niet hebben opgemerkt, dat het naburige Vijfhuizen een voetbalclub rijker was en niet tegen haar verloofde hebben gezegd “Joh, is dat nu niets voor jullie?” dan zou Badhoevedorp de vereniging nu in haar huidige vorm wellicht niet gekend hebben. Dat alles was in de zomer van 1931. En Bram Krijgsman (bij al de vele Krijgslieden die Lijnden telt zij vermeld, dat het “grote” Bram was) liet er als goed tuinder geen gras over groeien, sprak er in het gebruikelijke avondpraatje op de dijk met zijn vrienden “kleine” Bram Krijgsman, Cor Volger en Henk van Leeuwen over en de conclusie was, dat “ze eigenlijk best wel 's een partijtje tegen dat Vijfhuizen konden spelen”. Zo gebeurde het, dat Krijgsman's verloofde de week daarop van Vijfhuizen de boodschap mee terugbracht, dat de club van Lijnden van harte welkom was. Ongeoefend, bij elkaar getrommeld als het ware, trok het Lijndense buurtelftal, dat bestond uit Cor Volger, Gerrit van Berkel, Gerrit van Leeuwen, Jan Verduyn, Piet Volger, Adam Krijgsman Gzn., Jan Volger, Dirk van Dijk, Jan Vergay, Henk Noorman en Adam Krijgsman Jzn, de zaterdag daarop naar Vijfhuizen. Zonder de historie geweld aan te doen, zou men dit eigenlijk de eerste uitwedstrijd van Lijnden kunnen noemen. En ze brachten het er tegen de reeds wat meer in de voetbalkunst bedreven Vijfhuizenaren niet slecht af, hetgeen, naar de overlevering wil, niet in de laatste plaats te danken is geweest aan de aanvuringen van de enige supporter, die was meegekomen, Albert Dijkman. De eindstand werd 2-2. Geen wonder, dat de ware animo om nu eens een echte voetbalvereniging te stichten er door gewekt was en bij het “nakaarten” over de Vijfhuizer wedstrijd gingen er steeds meer stemmen op om een vaste ploeg te gaan vormen. Cor en Piet Volger liepen eens bij Rinus van Zanten aan, en kijk, op een goede avond zaten enige bekende uit de Vijfhuizer wedstrijd rond de stamtafel van café Groeneveld en aan het einde van de avond was de voetbalvereniging Lijnden definitief geboren. En dat er spontaniteit onder de oprichters heerste, bleek al direct, toen er geld voor de dag moest komen. In een ogenblik was er een bedrag van veertig gulden bij elkaar, renteloos voorgeschoten door de gevers. In boer Jan Eijken vond men een grondeigenaar, die bereid was een stuk grond aan de Hoofdvaart voor driehonderd gulden per jaar af te staan. Natuurlijk moest er ook een clubhuis komen. Maar waar het geld en materiaal vandaan gehaald? Geen nood. Krijgsman tastte wat dieper in de beurs, dronk een biertje minder, en er lag 45 gulden op tafel. Het materiaal was gauw gekocht. En zo kon men de vrijwilligers A. Krijgsman Gzn., Cor den Hertog en Jan Verduin op het nieuwe terrein aan het timmeren en hameren, beitelen en schaven zien. Het clubhuis stond er. Wel geen juweel van bouwkunst, maar de nieuwe club was er verguld mee en dat de wasgelegenheid alleen maar uit elf zinken wasbakken bestond, waarvoor de er achter gelegen sloot het stromende water leverde, het mocht niet hinderen: het was in hun ogen af! Er konden nu op waardige wijze gasten worden ontvangen en daar heeft het die zomer niet aan ontbroken. Het werden uiterst vriendschappelijke wedstrijden en menige vereniging uit de omgeving, zoals V.A.O. Uit Aalsmeer, Rozenprieel en Ripperda uit Haarlem en Halfweg, zullen evenals Lijnden met genoegen terugdenken aan de “tijd der primitieven”, die feitelijk iedere voetbalvereniging moet doormaken. De zomer liep met al die partijtje ten einde, maar ja, het was toch niet je ware. Er moest wat meer echtheid aan komen. De koppen werden bij elkaar gestoken en als spoedig rees de vraag: “Waarom zullen we niet zien, dat we in de Bond komen te spelen?”. De kaspositie werd eens onder de loupe genomen, een begrotinktje in elkaar geflanst en ten langen leste viel het besluit, dat het dan maar eens geprobeerd moest worden. De historie vermeldt het niet, maar zeker is, dat de twee officiële afgevaardigden – Krijgsman en Jan Vergay – wel een beetje zenuwachtig en rood aangelopen waren, toen ze op een goede dag het kantoor van de Bond binnenstapten om het verzoek tot toelating in de A.V.B. In te dienen. Het liep allemaal gesmeerd: de heren van de A.V.B. had geen bezwaar. Krijgsman telde zijn tientje cautie neer, en Lijnden had zijn entrée in de echte voetbalwereld gemaakt. Alleen de terreincommissie van de A.V.B., die het veld moest keuren, had nog een spaak in het wiel kunnen steken en ook de Haarlemse Voetbalbond, waaronder Lijnden eigenlijk ressorteerde, had zijn toestemming om in het verband van de A.V.B. Te mogen spelen kunnen ontjouden, maar geen van beiden opperde bezwaren en onder deze gunstige voortekenen ging Lijnden met drie elftallen – de groei zat er dus al aardig in – de 3e klasse A.V.B. in. Het figuur dat de beginneling Lijnden in deze nieuwe omgeving sloeg, was zeker niet slecht. Een kleine smet was er helaas wel. Vanwege een (niet wetende) ongerechtigde speler, Jo Bos, geroyeerd bij zijn vorige vereniging SEWO, werden alle wedstrijden van Lijnden, waarin hij gespeeld had, ongeldig verklaard en kreeg de club een flinke boete van ongeveer f 70,00. Hieronder dat eerste team. Staand v.l.n.r.: Henk van Leeuwen, C. Noorman, J. Schoonhagen, J. Vergay en H. Noorman. Gehurkt v.l.n.r.: G. van Leeuwen, V. Volger, Th. Kroezen, Jo Bos, A. Krijgsman Jzn., A. Krijgsman Gzn.
De eerste pech was er dus. Men onderging deze tegenslag met gelatenheid en met het doelbewuste voornemen, het volgende seizoen de schade in te halen. 1932:Daar waar het dus in het seizoen 1931/1932 niet mee zat voor het eerste team, wist het tweede team echter direct het kampioenschap te behalen en promoveerde zodoende naar de reserve 2e klasse. Het tweede seizoen konden we naast de drie seniorenteams ook een juniorenteam aan de competitie deel laten nemen. 1933:Het eerste elftal werd tweede in de competitie van het seizoen 1932/1933 en mocht promotiewedstrijden spelen. Van de zes deelnemende ploegen promoveerden er nog drie. Wij werden helaas vierde. 1934:De competitie 1993/1934 bracht weer net geen promotie. Opnieuw werd een tweede plaats gehaald. Niettemin hadden we toch een kampioensteam binnen onze gelederen en wel het aspirantenteam. Organisatorisch gezien stond ons echter wel wat te wachten. In april van dit jaar kregen we een nieuw terrein aan de Keizersweg. Het grootste probleem was echter het kleedlokaal in bruikbare staat over te brengen, want de kas kon de kosten van een nieuw niet lijden. Er werd raad geschaft en tenslotte besloten, het, om te beginnen, maar in tweeën te zagen. Veel bestuursleden, met name de penningmeester, zullen dit experiment met angst en beven hebben gadegeslagen, maar de initiatiefnemers kregen gelijk. Met een paar karweikarossen – lange, platte wagens – gingen de twee helften keurig netjes naar het nieuwe terrein over. In het midden verrees de consumptiekeet; de twee helften, dia als kleedlokaal dienst zouden blijven doen, werden er aan weerszijden aangebouwd en er achter werden twee wasgelegenheden opgetrokken. Ziedaar, Lijnden had het stoffelijke bewijs van zijn groei geleverd. 1935:In het seizoen 1934/1935 werd de reserve 4e klasse ingevoerd. Ons derde team dat het de eerste jaren steeds moeilijk had gehad, schreven we voor die klasse in. En ziedaar, het team werd zowaar kampioen. De promotiewedstrijden naar de 3e klasse wist men echter niet te overleven. 1936:Het seizoen 1935/1936 zou dan toch tenslotte het zo vurig begeerde succes brengen: kampioen te worden van de 3e klasse A.V.B. Na een uitstekend seizoen wist men deze klus eindelijk te klaren en volgde er promotie naar de 2e klasse. Hieronder het team dat voor deze mijlpaal zorgde. Staand v.l.n.r.: n.n., n.n., J. Volger, Dirk van Dijk, Jo Bos, V. Vergay, J. van Leeuwen en grensrechter van Zoolingen. Gehurkt v.l.n.r.: n.n., Gijs van Wieringen, Huug van Leeuwen, Adam Krijgsman Gzn. en n.n. Zittend v.l.n.r.: A. Krijgsman Jzn., Cor Volger en Luc ten Cate.
Het was duidelijk, dat na dit resultaat Lijnden wat meer eigenwaarde zou krijgen, niet in ongunstige zin, want daarvoor bleef de eenvoud – gelukkig wel – te veel de boventoon voeren. Maar toch. Het terrein werd met andere ogen bekeken en men vond het eigenlijk niet meer in overeenstemming met de nieuwe waardigheid. En om het bewijs te leveren, dat bij alle trots de goede clubgeest geen ogenblik verflauwde, kwamen alle hens aan dek om onder de opperste leiding van Jan van Gellekom en Cor van der Horst, het terrein aan een grondige opknapbeurt te onderwerpen. Al spoedig kon men rails op het veld zien liggen, kiepkarren er overheen zien rijden, vrijwilligers aan het werk zien om het veld op de gewenste hoogte te brengen. Het leek wel of er een of andere schat onder de grond verborgen moest worden – aan alle kanten werd het terrein omgeploegd en omgewroet en vele oningewijden zullen toen het hoofd geschut hebben over zoveel “vernielzucht”. Feitelijk had men het veld gelijk willen draineren; alleen de penningmeester bleef doof voor de vele argumenten en wilde – zeer terecht – onder geen voorwaarde de bodem van de geldkist zien. Toch werd er een oplossing gevonden. Spierdijk bezat een pakhuis vol mot. Prachtig draineermateriaal dus. Waarom dan niet gebruikt voor het Lijnden-veld? Aldus geschiedde. De mot verhuisde in zakken op de schouders van een dertigtal Lijndenaren naar het veld en de drainage was een feit. Goede sloten voor een snelle afwatering waren er al evenmin. Ook die wens mocht niet onvervuld blijven. Werkwilligen? Ze stonden direct klaar. In dertien weken waren de sloten klaar en de jongens, die onder leiding van Huug van Leeuwen, avond aan avond met grote lieslaarzen gewapend na hun werk dit zware karwei opknapten, hebben er van getuigd, hoe de ware geest in de vereniging behoort te zijn. 1937:In dit jaar bleven de sportieve prestaties onder de maat helaas. Voor de rest is er weinig bekend over dit jaar. 1938:Het seizoen 1937/1938 bracht ons weer een prachtig kampioenschap. Ons eerste elftal werd kampioen in de 2e klasse B na een 3-0 overwinning op Heerenmarkt. Het kampioensteam, waarvan helaas geen foto beschikbaar is, bestond uit: keeper Cor Volger; achterhoede Luc ten Cate en Huug van Leeuwen; middenveld D. Burgersdijk, A. Blom, Gijs van Wieringen, voorhoede T. de Lange, J. van Leeuwen, Jo Bos, Dirk van Dijk en L. van Duren. Ook werd in dit jaar onze toenmalige voorzitter A. Onkenhout benoemd tot erevoorzitter. In augustus werd voor de eerste keer het BADHOEVE-Toernooi gespeeld. Deelnemende clubs naast Lijnden waren Fr. Hendrik, K.B.V. en S.C.A., die alle vier met hun 1e team, 2e team, juniorenteam en aspirantenteam aan het evenement deelnamen. Bij de 1e elftallen bleek S.C.A. de sterkste; Lijnden pakte de 1e plaats bij de 2e teams; de junioren van Fr. Hendrik streken de eer op in hun leeftijdsgroep, terwijl bij de aspiranten S.C.A. en Lijnden de bovenste plaats deelden. 1939:Het eerste team kon zich in de 1e klasse redelijk op de been houden en wist tenslotte als vierde te eindigen. Het tweede elftal meende de stormloop van het eerste team naar de eerste klasse niet op zich te mogen laten zitten en toonde zich een goed navolger door dit seizoen het kampioenschap van de reserve 2e klasse te veroveren. Ook werden twee spelers van ons, Verseveld en Volger, gekozen voor het A.V.B.-team. Zij wisten met dat team uiteindelijk afdelingskampioen van Nederland te worden dit jaar. Dat ons clubhuis niet meer geheel in overeenstemming met de eisen des tijds was, wisten bestuur en ook de leden allang. Maar ja, alles draaide om de financiën en het was dan ook een buitenkansje, dat de toenmalige voorzitter Ronday ons, dankzij zijn zeer vriendschappelijke relaties met Ajax (in het bijzonder met hun voorzitter Koolhaas), aan een waardig clubhuis kon helpen tegen een “uitverkoop”-prijs, waarmee gezegd wil zijn, dat het met vierhonderd gulden zeker niet te duur betaald was. Het grootste probleem vormde uiteraard het transport. Arie Lagendijk zegde echter direct zijn medewerking toe, d.w.z. Hij stelde zijn vrachtauto ter beschikking, terwijl verschillende leden, zoals C. Volger, P. Volger, G. Zegstroo, J. den Rooyen – het clubhuis moest, hoe kon het anders, geheel gedemonteerd worden – zich beschikbaar stelden om dit lastige karweitje op te knappen. En het werd met voortvarendheid opgeknapt. Alles liep op rolletjes, al weten ingewijden zich te herinneren, dat bij één van de transporten de wagen zo hoog was opgeladen, dat hij het spoorwegviaduct aan de Keulsche vaart niet kon passeren en derhalve moest worden afgeladen, hetgeen voor enkele “verhuizers” een “nat hemmetje” heeft betekend. In no time stond echter het nieuwe clubhuis kant en klaar op het Lijnden-veld en menig oog van bewondering en voldoening is er toen langs gegleden. Een naam die in dit kader ook niet vergeten mag worden is die van de familie Huizinga, die bijzonder veel werk heeft verzet. Hier het eindresultaat. Uiteraard werd met een kleine plechtigheid dit nieuwe bezit in gebruik genomen, waarbij een team van Lijnden-veteranen een wedstrijd speelden tegen die van Ajax, die voor deze gelegenheid hun sterkste formatie hadden gestuurd. Namen als Jan de Boer, Wim Volkers, Henk Andriessen, Twelker, Ten Have en Elzinga leveren wel het duidelijke bewijs daarvan. Voorzitter Koolhaas van Ajax overhandigde ons nog een fraaie clubvaan en hij sprak de hoop uit, dat het ons nog eens mocht lukken in de competitie uit te komen tegen Ajax 1. Wim Volkers van Ajax ging die dag nog op de schouders toen hij het besluit nam, geheel belangeloos, trainer van Lijnden te worden. |
SCPB'22 Contributierekening:NL64 RABO 0359 6081 67, Rabobank Amsterdam |